Bali, sweet Bali

Bali, sweet Bali
Een beetje achteraf

donderdag 9 februari 2012

De waan van de dag


Een mens is een gewoonte dier, als zijn dagelijkse ritme wordt verstoord treden er allerlei biologische effecten op die ook de geest beïnvloeden. Als een schrijver deze boodschap een beetje slim verpakt, levert dat vandaag de dag een bestseller op. Ook ik wordt graag bevestigd in wat ik al weet, nieuwe dingen maken onzeker en kosten inspanning. En onzekerheid daar houdt de moderne mens niet van, zeker niet als de onzekerheid het consumptiepatroon beïnvloedt: geld moet rollen! Alleen in crisistijd rolt het de verkeerde kant op. Om dat tegen te gaan en om zichzelf schijnbaar te beschermen, worden hokjes gebouwd. Mijn hokje moet onaangetast blijven, laat de ander de rekening betalen. Per slot, ik heb niets gedaan! De Grieken, de bankdirecteuren, de onderwijsmanagers, de babyboomers, de uitkeringstrekkers en noem er nog maar een paar, die zouden eerst aan de beurt moeten komen. De belastingbetaler moet worden gespaard. Eerlijk gezegd dit gaat over Volksempfinden niet over de werkelijkheid. Maar wat is het verschil tussen werkelijkheid en wat “ik” vind?


Het ontbreken van de dialoog is een van de problemen van onze samenleving. Absolutisme, ideologisch of religieus vaagt ieder relativisme aan de kant, is het niet goedschiks dan kwaadschiks. Verdraagzaamheid is van de domme, de macht is aan de sterkste. Sommigen zetten in op kwantiteit anderen op kwaliteit als het gaat om dood en verderf. Het lijkt allemaal nog heel ver weg. Genocide is aan de orde van de dag, het wordt alleen maar erger. Als groepen zich gaan scheiden, zich gaan afzetten en zich op basis van de groepsnorm menen te kunnen legitimeren dan staat de deur open voor terreur. Terreur richt zich tegen specifieke groepen, de vijand. De geschiedenis en niet alleen de geschiedenis, leert wat er met vijanden moet gebeuren. In een dergelijk klimaat is genocide dicht bij en de beschaving (wat is dat ook al weer) ver weg.


Dit lijken geen zinnen van een relaxt iemand, die achterover leunend geniet van de Balinese zon, van het onbezorgde leven. De hectiek lijkt in Lovina ver weg, maar is o zo dicht bij. De fysieke wereld mag dan, de menselijke maat in acht nemend, groot zijn. Snel transport maakt haar voor het gevoel kleiner. De moderne communicatie-infrastructuur, het internet voorop, maken de virtuele wereld heel klein, steeds kleiner. De virtuele wereld vertoont de kenmerken van een zwart gat. Alles klontert samen tot een zeer dichte massa. Een onbeheersbare massa, waarin alles met elkaar verbonden is en samenhangt. Dit geldt, naar mijn oordeel, voor alle menselijke systemen van onderwijs tot economie, van vrede tot oorlog, van mens tot mens. De Chinese vlinder die de ondergang van de wereld in gang zet, lijkt steeds dichterbij te komen, het noodlot lijkt onontkoombaar. Risk wordt een echt spel om het “echie”. Voor alle sombere mensen onder ons: De menselijke soort is, individueel en collectief, tot veel slecht’s in staat, de soort beschikt ook over Houdini-achtige capaciteiten en weet vaak op het laatste moment de dans te ontspringen, vaak niet zonder immens menselijk leed. Mocht het uiteindelijk niet lukken, geen man over boord. De dood van het individu wordt vervangen door de dood van het collectief, de dood van de soort. Solidariteit geborgd, dat heeft wel iets. Gezamenlijk de dood in, dat moment was voor een ieder van ons apart toch ook gekomen. Laten we ons troosten met de gedachte dat onze genen bewaard blijven en mogelijk op enig moment ingepast worden in ander leven, beter leven? We worden dan de nieuwe Neaderthalers of misschien wel de nieuwe Dodo’s.


Terug naar het nu. Ik betrap me er zelf op dat ik fysiek nog steeds in Bali ben, mijn hoofd daarentegen is al volop in Nederland. De hoeveelheid informatie die vanuit Nederland naar mij toestroomt is een veelvoud van de kennis en wetenschap die ik over Bali in het algemeen en Lovina in het bijzonder, op doe. Lovina is een dorp met vier categorieën bewoners: de boeren en landarbeiders; de middenstanders, de uitbaters van warongs; de dienstverleners (huishoudelijk personeel, bewakers, chauffeurs en gidsen, bedienend en keukenpersoneel in winkels en horecagelegenheden); en de toeristen, de financiële motor die de economie draaiende houdt. De bezittende klasse en de professionals (dokters, notarissen, advocaten) zijn voor mij onzichtbaar. Statistici melden dat de economie van Indonesië nog steeds groeit als kool en dat de recessie in het Westen aan dit land voorbij gaat. De groei is gebaseerd op interne ontwikkelingen en de toegenomen consumptie. Waar het geld vandaan komt is mij een raadsel. Het land heeft veel olie-inkomsten en de credithandel tiert welig.

De prijzen van grond en onroerend goed nemen toe, een zeepbel? Als ik met Westerse ogen kijk zie ik veel inefficiëntie, een lage arbeidsproductiviteit, ambtelijke corruptie en bureaucratie. Wel bouwactiviteiten, maar waar de groei vandaan komt is en blijft voor mij een raadsel. Misschien dat de oliewinning, de mijnbouw, de palmolie- en papierplantages zorgen voor de groei. Als dat zo is kunnen vraagtekens bij de duurzaamheid van de groei, van de Indonesische economie, worden geplaatst. Feit blijft dat de inkomens van de meeste Balinezen marginaal zijn. Over verschillen tussen rijk en arm kan ik geen uitspraak doen. De rijken, ze zijn er ongetwijfeld, zijn onzichtbaar. In een dorp kent iedereen, iedereen en wordt geroddeld. In Lovina is dat niet anders. Menselijke eigenschappen zijn de Balinees niet vreemd, ze worden misschien iets anders geuit dan bij ons. Maar ook hier heerst de waan van de dag!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten