Bali, sweet Bali
donderdag 23 februari 2012
Gezondheidszorg in Bali
Het beste medicijn (obat) voor de Balinees, en dan bedoel ik Balinese hindoes, is het gunstig stemmen van de goden en de voorouders. Het brengen van offers is hier een meer dan dagelijkse praktijk. De rest is surrogaat. In tijden van directe nood kan surrogaat gunstig zijn. De kans op een ongeluk is hier, deels door zelfoverschatting, deels door onachtzaamheid, deels door onkunde en onwetendheid, onevenredig hoog.
Mensen met bijzondere gaven, handopleggers en wat dies meer zij, komen hier in grote getale voor. Putu Security beschikt over deze bijzondere gaven. Hoewel als het echt pijn gaat doen, wordt gegrepen naar medicijnen (op onze huisapotheek is al meerdere malen, gevraagd en ongevraagd, een beroep gedaan) en is het ziekenhuis “the place to be”. In het Westen denken we daar iets genuanceerder over en de lokale geldende standaards dragen bij aan een versterking van dit tegengestelde gevoel.
Sjaan heeft de afgelopen week wat klachten gehad. Ze maakte zich daar behoorlijk ongerust over. Uiteindelijk hebben we besloten om een arts te consulteren. Dr. I Made Widiadnyana heeft een praktijkruimte naast de Apotek RaHayu in Lovina. Omdat de klachten niet acuut zijn, maken we een afspraak voor de volgende ochtend om elf uur. Als wij bij de Apotek aankomen op de afgesproken tijd is er nog geen dokter. Hij wordt gebeld en moet nog uit Singaraja komen.
Afspraak is een rekkelijk begrip, het is meer een intentie dat iets zou kunnen dan dat het naar Europees voorbeeld een harde overeenkomst is. Rond half twaalf arriveert de arts op een scooter. Het is een vriendelijke man, een dertiger. Hij nodigt ons uit om naar de praktijk te komen. Wij apotheek uit en praktijk in.
Na een kort gesprek dat niet echt het karakter van een anamnese heeft, onderzoekt de arts Sjaan. Hij meet haar bloeddruk, die is nogal hoog. Op basis van de klachten en zijn onderzoek komt de arts tot twee mogelijke diagnoses. Hij gaat uit van het “worst case”-scenario en schrijft daarvoor medicatie uit. Van bijsluiters heeft men op Bali nog nooit gehoord. Hier moet internet uitkomst bieden. Sjaan is door de diagnose behoorlijk van slag. Zelf heb ik de indruk dat het waarschijnlijk wel meevalt.
Thuis gekomen bedenk ik een strategie om meer inzicht in de zaak te krijgen. Ik zoek contact met onze huisarts. Nadat ik een assistente, niet zijn vaste assistente aan de lijn krijg, vraag ik om het e-mailadres van Paul. Zijn rechtstreekse adres krijg ik niet, deels begrijpelijk. Ik krijg het algemene e-mailadres van de huisartsenpraktijk. Ik stuur een mailtje met de conclusies van Dr. Widiadnyana, een beschrijving van de voorgeschreven medicijnen en een fotokopie van het opgestelde medisch rapport. Een reactie laat tamelijk lang op zich wachten. Daarom niet getreurd en actie twee wordt op stapel gezet. Ik stuur de email aan onze huisarts door aan onze apotheker in Nederland.
Bijna per kerende post krijg ik het verzoek om hem te bellen. Zo gezegd zo gedaan (uiteraard rekening houdend met het tijdverschil). Een van de voorgeschreven medicijnen is in Nederland verboden vanwege een theoretische kans dat dit medicijn het bloedbeeld negatief kan beïnvloeden. Hij stelt een alternatief voor en geeft aan dat niet hij maar de huisarts hiervoor de verantwoordelijke autoriteit is. De apotheek zal onze e-mail samen met zijn advies aan de huisarts sturen. Hij adviseert om telefonisch contact op te nemen met de huisarts. De volgende dag proberen we contact op te nemen met de huisartspraktijk. Ze gaan om half negen open (hier is het zeven uur later).
Als ik de assistente te pakken krijg, vertelt ze dat we Paul om elf uur kunnen spreken. In het gesprek geeft Paul aan dat hij zich niet echt zorgen maakt. De bloeddruk is weliswaar hoog maar niet verontrustend hoog. Hij stemt in met het advies van de apotheek en doet zijn best om Sjaan gerust te stellen. Voorwaar een hele klus. Onze huisarts is net als ik zwaar tegen overmedicatie. Wij hebben een hekel aan artsen die louter en alleen om de patiënt gerust te stellen allerlei medische handelingen uitvoeren en laten uitvoeren en overbodige medicatie voorschrijven onder het mom van baat het niet dan schaadt het niet. Een gedrag dat er mede voor zorgt dat de kosten van onze gezondheidszorg gierend uit de klauw lopen.
Sjaan slikt haar medicijnen trouw. Een paar dagen later laten we haar bloeddruk opnemen in de apotheek. Geruststellende waarden: 130/70. Niet al haar klachten zijn verdwenen, de ongerustheid is er nog steeds. Deze ongerustheid deelt ze met anderen. Een vrouwelijke dierenarts, samen met haar vriendin in Bali op vakantie, kan zich die ongerustheid voorstellen. Olie op het vuur van Sjaan. Om die reden besluiten we een “second opinion” te vragen. Dr. Gde Handra P.K is populair in het Nederlandse kamp. We krijgen zijn telefoonnummer en bellen hem die avond. Een bezoek aan huis behoort niet tot de mogelijkheden. Er wordt een afspraak gemaakt voor de volgende ochtend tien uur. Ik bel Gede, onze chauffeur met het verzoek ons de volgende morgen naar Singaraja te brengen. Hij is blij met het ritje, het zijn slappe tijden.
Het huis van Dr. Handra bevindt zich aan de rand van Singaraja. De praktijkruimte bevindt zich aan de rechterkant. In de open wachtruimte bevindt zich een aquarium met een bijzonder groot formaat goudvissen. De verhoudingen lijken zoek, de vissen zijn veel te groot voor het aquarium. Helaas heb ik mijn fototoestel niet bij me. De volgende keer zal ik dat meenemen. De arts is er zelf nog niet, hij brengt zijn kind naar school. Even later komt hij aan op zijn motorfiets. De dokter is een gemoedelijke vijftiger met licht overgewicht. Hij nodigt ons uit in zijn praktijkruimte annex huisapotheek. Het maakt een gezellig rommelige indruk. De arts is nogal spraakzaam en stimuleert een vrije dialoog. Medische en niet-medische zaken lopen door elkaar heen. Dit stelt Sjaan behoorlijk op haar gemak. Dr. Widiadnyana is de schoonzoon van de directeur van het ziekenhuis tegenover de praktijk. Het is de bedoeling dat hij te zijner tijd de rol van zijn schoonvader gaat overnemen. Te zijner tijd is een erg relatief begrip omdat artsen in Indonesië al met vijfenvijftig met pensioen gaan! De regel in dit land is: Hoe hoger je staat in de hiërarchie, hoe eerder dat je met pensioen kunt. De bevolkingspiramide in dit land laat dit beleid toe. Op enig moment zal dit beleid net zoals in de Westerse wereld, Japan en China gaan wringen. Tussen neus en lippen door vertelt Dr. Handra dat een arts de ideale schoonzoon is. Het neusje van de zalm op de lokale huwelijks markt.
Na ongeveer een half uur begint de arts met zijn fysieke onderzoek. Hij doet wat testjes en neemt de bloeddruk op. Weer zeer gunstige waarden. Zijn conclusie is dat er met zeer grote waarschijnlijkheid niets ernstigs aan de hand is. De klachten hebben andere oorzaken en zijn waarschijnlijk gerelateerd aan leeftijd, immers de ouderdom komt met gebreken. Hij schrijft wat geneesmiddelen voor en adviseert de medicijnen die Sjaan eerder heeft gekregen langzaam af te bouwen. Hij adviseert over enkele dagen de bloeddruk opnieuw te laten opnemen.
Daarna neemt de dokter weer plaats op zijn praatstoel. Tijd is hier geen probleem. Hij vertelt dat er wordt geprobeerd om in Indonesië een ziektekostenverzekeringstelsel van de grond te krijgen. Dat valt voorwaar niet mee. Naast lagen inkomens, zorgt de cultuur voor problemen. Als dingen gratis zijn worden ze naar hartenlust geconsumeerd. Na ruim een uur nemen we afscheid. Als het aan de dokter had gelegen had het consult nog langer geduurd. Met de rekening en de medicijnen in onze handen verlaten we de praktijk. Gede staat al ongeduldig op ons te wachten.
Parallel aan dit verhaal loopt het ongelukje van Putu Security. Putu heeft bij een karweitje thuis, een klein stukje van het topje van zijn ringvinger afgehakt. Hij vertelt dat hij de wond in zijn mond heeft schoon gezogen. Dat moet voldoende zijn. Om zijn vinger zit een vuil verbandje, zeker niet steriel. Sjaan biedt aan de wond met jodium te behandelen en opnieuw te verbinden. Putu wuift dat weg. Die avond verliest hij met twee een van mij bij het poolbiljart. Hij heeft duidelijk hinder van zijn vinger.
De volgende avond excuseert hij zich als wij terug komen uit Lovina na in het dorp te hebben gegeten. Hij is niet in staat om te biljarten. Zijn arm is zeer pijnlijk en hij kan hem nauwelijks bewegen. Zijn vinger doet geen pijn meer. Van een relatie tussen zijn gewonde vinger en de pijn in zijn arm kan geen sprake zijn. Omdat we hem zien lijden geven we hem twee tabletten Diclofenac en twee aspirines (500mg). Van beide tabletten laten we hem er een innemen met veel water. We verzekeren hem dat het niet onverstandig is een arts te raadplegen.
Deze mededeling geven we ook aan Aku, die optreedt als zijn baas. Ook Dr. Handra vragen we om advies. De medicatie is okay en het is verstandig er een arts na te laten kijken, per slot hebben ook hindoes maar een leven. De dag erna heeft Putu Security een vrije dag.
Op woensdag treffen we Putu als we terugkomen uit het dorp in opperbeste stemming. Hij heeft nergens last van. Van biljarten komt het weer niet omdat hij als hindoepriester een vrouw met “cancer” bij het hart moet genezen. Hij is helemaal terug en overtuigd van zijn bijzondere gaven. Ik beloof hem, al lachende, dat ik hem de volgende dag met 3-0 ga verslaan!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderen