Bali, sweet Bali

Bali, sweet Bali
Een beetje achteraf

dinsdag 3 januari 2012

Villa Carla of een Indische wijsheid: de dingen zijn anders dan ze lijken

In het leven wordt je in volle overtuiging, heel wat op de mouw gespeld. Bij de villaverhuur op Bali en Lombok is dat al niet anders. De klant, wij dus, wordt gemangeld in de discussie tussen eigenaar, dat is hier een vaag begrip, en personeel, een rol die eveneens in nevelen is gehuld. Wie is wie? De enige duidelijkheid die er is, is dat het geld voor de investeringen uit Nederland afkomstig is en dat de investeringen vooral zijn gedaan om er beter van te worden. Over wiens rug?

Het bezit van “eigen” grond is tot op de dag van vandaag voor niet-Indonesische staatsburgers onmogelijk, alleen Indonesiërs kunnen “rechtmatig” grond bezitten. Als een buitenlander grond wil kopen wordt er een constructie opgezet met een Indonesisch staatsburger, die “nominee” wordt van de grond. De nominee blijft de officiële eigenaar, er wordt een legaal officieel contract opgesteld bij de notaris. Voor villa’s, die worden verhuurd zijn aanvullende vergunningen nodig. Ook hierbij wordt gebruik gemaakt van de “nominee”. Gevolg is dat degene die zich eigenaar waant met handen en voeten is gebonden aan de “nominee”. Voor de huurder wordt de “nominee” gepresenteerd als “personeel”.

Bij het verhuren van villa’s is een leugentje om bestwil (lees eigenbelang) zo gemaakt. Vervuilde, door open riolen onderbroken, nauwelijks begaanbare stranden, worden dan plotsklaps paradijzen voor de wandelaar. De connectie met de wereld blijkt opgelost in een virtuele onwerkelijkheid. Aangeprezen potten met goud blijken van klatergoud. Hebzucht wordt leidraad bij verkeerde Hollandse zuinigheid. De baten worden geacht voor de kosten uit te gaan.



Op Lombok hebben we een villa gehuurd ver van de bewoonde wereld. In de vertrekbrief van de agent staat dat de villa, als wij er zijn, over internet beschikt. Als ik een paar dagen voor ons vertrek van Bali naar Lombok bij de eigenaar wat informatie vraag, krijg ik terug dat er wat problemen zijn met internet. Na aankomst blijkt er geen internet te zijn en blijkt het contract met de provider te zijn opgezegd.


De eerste dagen zijn Wally, de eigenaar, en zijn vrouw Era op het complex. Dit is tegen de afspraken, ze zouden er alleen op de dag van onze aankomst zijn en daarna naar Bali gaan. Omdat Fredy en Yudy besloten hebben met de kerstdagen naar familie te gaan, moeten Wally en Era blijven om ons te verzorgen. Er wordt op ons verzoek opnieuw geïnformeerd naar de mogelijkheden voor een internetaansluiting. Ons wordt door Wally, de eigenaar, verzekerd dat internet op de plaats waar we zitten een technische onhaalbaarheid is. Wie zijn wij om deze informatie uit betrouwbare bron in twijfel te trekken?

Op tweede kerstdag vertrekken Wally en Era naar Bali. Wally is geïrriteerd omdat Fredy niet op de afgesproken tijd komt opdagen om ze naar het vliegveld te brengen. Wally vertelt ons dat hij Fredy op weg naar het vliegveld de les zal lezen. Ook vraagt hij ons om hem op de hoogte te houden van ons verblijf op Villa Carla.


De dagen daarna verlopen chaotisch. Onzeker wordt onze verzorging. Fredy en Yudy zijn druk met andere zaken. Yudy zit twee dagen bij de notaris in Mataram en Fredy heeft het druk met het regelen van vergunningen en een inspectie door de overheid. Vaak is er helemaal niemand op de villa en is de poort met een hangslot gesloten. Wij worden letterlijk gevangen gehouden op het complex. Omdat de villa niet over een kluis beschikt en het hang- en sluitwerk van Indonesische kwaliteit zijn, durven wij onze spullen niet onbeheerd achter te laten. We worden gedwongen om op het terrein te blijven. Ook zien wij steeds meer vreemden op het terrein, ook als Fredy en Yudy er niet zijn. Van de bewaker Sahil horen we dat het vermoedelijk om familie van Fredy en Yudy gaat.

Van Fredy horen we dat het om inspecteurs van de Indonesische overheid gaat. Die blijven ook logeren? Later blijkt dat de twee andere studio’s, tegen de afspraken en het contract in, gewoon worden verhuurd! Bij navraag, vertelt Fredy, dat Villa Carla over een volledige hotelvergunning beschikt en dat het zijn werk is zoveel mogelijk studio’s te verhuren. Met de gemaakte afspraken heeft hij niets te maken. Nu komt een aantal van zijn verhalen in perspectief te staan.

Over internet heeft Wally ons voorgelogen. De werkelijkheid is volgens Fredy samen met zijn vrouw, nominee en vergunninghouder, anders: voor 400.000 Roepia (€ 35) is er een harde aansluiting op internet te krijgen. Alle hotels in de omgeving maken daar gebruik van. Voor onze tv-aansluiting geldt hetzelfde. Fredy prijst Senggigi aan: de hotels zijn beter, de verzorging is beter, de faciliteiten zijn beter, eigenlijk is alles daar beter. Waarom hij ons dat verteld, is ons op dat moment een raadsel. Daarna houdt hij een litanie over Wally, de eigenaar. Wally weigert te investeren, maakt zijn vergunningen niet in orde (later, zie vorige alinea, zegt Fredy hier iets heel anders over), en is verantwoordelijk voor veel van onze ellende. Ook is het aantal studio’s te laag, vaak moet Fredy nee verkopen omdat hij over te weinig accommodatie beschikt, er is te weinig staf, terwijl Wally hem opjaagt en vertelt dat hij te weinig omzet draait.

Onze verzorging laat ernstig te wensen over en is zeker niet conform de afspraken. Een aantal maal blijkt er nauwelijks eten voor het diner beschikbaar, ook zijn wij niet zeker van onze lunch. We moeten wel de “volle mep” betalen! Alles lijkt in het werk te worden gesteld om ons verblijf zo onaangenaam mogelijk te maken. Onvergetelijk, als beloofd op de website van Villa Carla, is het zeker. Op 30 december is voor ons de maat vol. Wij vertellen dat we op zoek zullen gaan naar een andere accommodatie. Wij vragen of er voor 31 december, 9:00 uur vervoer kan worden geregeld. Wij kunnen dan op zoek gaan naar een hotel. Onze agent, met wie we telefonisch contact hebben gezocht, heeft geen alternatieven.


Op 31 december, oud jaar en een dag om nooit te vergeten, vertelt Fredy, als Sjaan wil gaan zwemmen of wij voor twaalf uur de villa willen verlaten. Onze studio is als aan iemand anders verhuurd! De strenge islamiet die kort daarvoor op het terras bij het zwembad zat, is dan gelukkig vertrokken. Samen met zijn zwaar gesluierde vrouw is hij aan het ontbijten. Als ik het nieuws van Sjaan hoor, ontplof ik bijna. Ik neem onmiddellijk contact op met Wally en zeg hem dat wij niet vertrekken alvorens we een nieuwe accommodatie hebben. Fredy is niet meer op de villa aanwezig en neemt als gewoonlijk zijn telefoon niet op. Hij heeft nummerherkenning op basis van beltoon en is selectief in de gesprekken die hij opneemt. Yudy belt hem en geeft haar telefoon aan mij. Ik vertel hem dat wij niet weg gaan alvorens wij iets anders hebben. Het moge duidelijk zijn dat wij zo snel mogelijk weg willen! Sahil zal ons naar Senggigi brengen waar we een hotel zullen gaan zoeken. Sahil komt een na half tien met een huurauto. Met Wally ben ik overeengekomen (dit is overigens volgens contract) dat hij deze kosten voor zijn rekening neemt.


In Senggigi gaan we op zoek naar een internetcafé. Era belt Sahil tijdens ons rit daar naar toe en zegt dat zij verschillende hotels heeft gebeld maar niets heeft kunnen vinden. In het internetcafé zoek ik met de zoekwoorden: hotel, Senggigi, Lombok. Het resultaat laat zien dat Google al lang geen zoekmachine meer is, maar een groot digitaal reclamebord. Bij Booking.com ga ik op zoek met de zoekwoorden: Senggigi en Lombok. In heel Senggigi blijkt niets meer te krijgen. Gelukkig (!) geeft Booking.com ook hotels in de omgeving van Senggigi. Er zijn zeer beperkt kamers beschikbaar, we worden gedwongen snel te handelen. Op basis van de beschrijving van het hotel en de prijs, kiezen we voor Hotel The Natia in Candidasa (!) op ongeveer 50 km van Senggigi. Sahil zegt te weten waar het is. Er valt een last van ons af. We gaan terug naar Villa Carla om onze spullen in te pakken.


Rond een uur vertrekken we richting Senggigi. Even voorbij Senggigi stopt Sahil om de weg te vragen. Niemand weet het. Even later stoppen we opnieuw. Sahil informeert opnieuw, nu met resultaat. Het hotel ligt niet op Lombok maar op Bali!!! Alleen uit het kaartje op de boeking blijkt, dat het hotel op Bali is. De last te terug gevallen op onze schouders. Drie werf shit!!!

Met gezwinde spoed keren we terug naar het internetcafé in Senggigi. Daar maken we de reservering ongedaan. De reserveringskosten blijken gelijk aan de kosten voor het hotel! Uiteindelijk hebben we keus uit twee hotels, een bij het nieuwe vliegveld in Praya en Villa Sayang in Mataram. We kiezen voor het laatste.



Rond zes uur arriveren we. De hotelmanager, een dame van middelbare leeftijd uit Singapore, zegt verwonderd te zijn over onze boeking. Ze had de mogelijkheden voor boeken via internet willen afsluiten en daarom een volgens haar onmogelijke prijs gevraagd. Ze zegt dat ze daar iets aan gaat doen omdat we zolang (11 dagen) hebben geboekt. De villa ligt in de “middle of nowhere” en straalt vergane glorie uit. De weinige gasten, die we hebben gezien, blijven een hoog uit twee dagen. De manager is op nieuwjaarsdag vertrokken naar Singapore en komt op 5 januari terug. Vanmorgen zijn we, op een tuinman en een hoop gekko’s na, de enigen op het complex. Het zwembad is nog niet schoon gemaakt en de pomp staat nog niet aan. Ook is er niemand om ontbijt voor ons te maken. Om half tien komen er twee meisjes, die ontbijt voor ons maken. De avond er voor hebben zij, zoals gebruikelijk gevraagd hoe laat wij willen ontbijten. Ons vaste antwoord is half negen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten