Bali heeft veel natuur en beschermde natuur. Het Noordwesten van het eiland is beschermd natuur gebied. Hier leven nog “wilde” dieren. En waar wilde dieren zijn is handel. Dieren worden geëxploiteerd en uiteindelijk wordt hun leefgebied bedreigd en opgeofferd aan economische belangen. Wij dragen daar als toeristen, bewust of onbewust, aan bij. Wij willen alles zien zoals het echt is, verstoren daarmee het ecologisch evenwicht en vernietigen de ongebreidelde natuur. Is dat erg? Dat ligt maar aan de prioriteiten worden gesteld. In de woorden van Daniel Kahneman, leiden we aan zelf overschatting en schatten we de risico’s altijd te optimistisch en dus verkeerd in. De mensheid en de bestuurlijke elite in het bijzonder zijn verslaafd aan het nemen van risico’s en dan vooral op kosten van anderen. Het schijnt van alle tijden te zijn. En optimisten hebben het voordeel ouder te worden of in ieder geval een draaglijker leven, althans dat schijnt voor ziekte ontkennende longkankerpatiënten zo te zijn. Zelf heb ik dat net zo ervaren, maar een balletje kan raar lopen.
Terug naar de beesten. Op ons tochtje door Noord Bali komen we door het zogenaamde “Apenbos”. Warempel er zijn apen én Balinezen die met de apen wat bij proberen te verdienen.
Door het verkopen van bananen, vele tientallen malen zo duur als op de markt, en het geven van parkeeraanwijzingen. Dit laatste is een geaccepteerd fenomeen, dat je overal treft, en versnelt de doorstroming van het verkeer. De apen laten het zich gelaten aanleunen. Gedé stopt bij een huis dat veel weg heeft van een dierentuin. De bewoners storten zich met hun dieren op ons. De vleermuizen. Overduidelijk van het mannelijk geslacht, zijn anders dan van nachtdieren kan worden verwacht levendig en maken indruk. Imposante beesten, het enge zoogdier dat echt kan vliegen. Met zijn uitstraling en donkere kleur een indringende en indrukwekkende verschijning. Kan me voorstellen dat de fantasie wordt geprikkeld.
Varanen, klein en groot, trekken de aandacht. Gewillig materiaal om mee op de foto te gaan: “Kijk mij eens”. Een slaperige boa lijkt de krant te lezen. Ook in Pura Ulun Dana Bratan zijn wilde dieren.
Paul de eigenaar van de villa waar wij verblijven wordt er letterlijk door gegrepen. Later meer over deze Boeddhistische-Hindoeïstische tempel en de strijd tussen religies in een islamitisch land.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten